Een microklimaat

We wonen aan de voeten van de Pyreneeën, het dichtstbijzijnde skiestation  ligt op zo’n 40 km en de Middellandse zee op 150 km.

Dus je kunt rustig stellen dat we in een soort driehoek wonen. Skiën, zwemmen – u zegt het maar.

De mensen die hier wonen, maar ook de meteokenners, spreken van een microklimaat. Korte, gematigde winters, een lang voor- en najaar en een zomer met aangename temperaturen. Zo’n max 30 graden met een briesje.

Waarom dit briesje? We bevinden ons in een zogenaamde corridor. In het gebied tussen Narbonne en Toulouse staat er bijna altijd een behoorlijke wind. ‘Le vent d’Antan’ of ‘le vent Marin’. Er wordt ook regelmatig voor gewaarschuwd wanneer je op de péage A61/A66 rijdt. Deze wind komt dus uit het westen.

Nu zijn we beland in 2018. De winter was lang, lang, lang. Met sneeuw tot in maart toe. En het voorjaar was nat, nat, nat. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat de natuur deze regen hard nodig had.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Nederland, waar deze maanden zonnig, zonnig waren. Met geen regen van betekenis. Het probleem dient zich nu aan in Nederland: droogte.

Waar wil ik naar toe? Het microklimaat. Daar is deze zomer weinig van te bekennen. Er is geen hoognodig briesje en het is ongelooflijk WARM. Een geluk dat het voorjaar nat, nat, nat was. De bodem is niet door en door droog. En daardoor hebben we hier ook minder snel last van brandhaarden.

Iedereen roept dat dit ‘ très exceptionnel’ is.

Laten we het hierbij houden. En dat we spoedig de ‘ vent d’antan of de vent de marin’ weer mogen verwelkomen.

Maartje  06082018

Geef een reactie