Willem Langzwaard

Huwelijksreis

Op 24 augustus waren we 24 jaar getrouwd. Na ons huwelijk in Valkenburg en Maastricht vetrokken we van onze kleine flat in Amsterdam op een vier-weekse reis met tent en auto door Frankrijk.
Dit keer had ik een korter reis gepland, en Maartje wist tot een paar dagen voor vertrek niet waar we heen gingen. Ja, ze wist dat we een lunchafspraak hadden in Dieppe op vrijdag.

Op donderdagochtend vetrokken we naar Rouen in Normandië. We rijden er vaak langs en hebben dan geen goede indruk maar we waren nog nooit in het centrum geweest. Nu wel. Ik had een hotelletje vlak bij het centrum geboekt en we liepen er de hele dag en avond rond, van de ene verbazing naar de andere.

Normandië heet zo naar de Noormannen. Karel de Simpele, de koning van Frans Neustrië – het westen – gaf grond rond Rouen aan viking baas Rollon in ruil voor bescherming tegen verdere viking invasies. De viking boten kwamen tot Parijs en plunderden en moordden  tot ontzetting van de Fransen. Dit was rond 911, Rollon sticht daar een dynastie en het hertogdom Normandië.
Later komt het in Engelse handen, 1417-1440, want de Engelse koningen stamden af van Willem de Veroveraar die Engeland bezette vanuit Normandië in 1066. Willem was een afstammeling van Rollon.
In 1431 wordt Jeanne d’Arc in Rouen door de aartsbisschop op de brandstapel als ketterse verbrandt. Ze hielp mee in de strijd tegen de Engelsen, in het kamp van kroonprins Charles. Maar ze wordt gevangen door de Bourgondische partij en verkocht aan de Engelsen door Jan van Luxemburg voor duizend pond.
In 1030 begint de bouw van de kathedraal en pas in 1506 is het gebouw ‘af’. Het is inmiddels van stijl veranderd. In het jaar 1822 slaat de bliksem in de houten toren die de kathedraal de hoogste van Europa maakte, het wordt vervangen door een ijzeren constructie. Aan het begin van de tweede wereldoorlog breek er brand uit en aan het einde, tijdens de bevrijding, vallen er bommen in de kerk, één midden in het gebouw maar die ontploft op miraculeuze wijze niet.
Het is nu een aardige stad, veel toeristen maar ook plaatselijke mensen, met restaurantjes en terrassen.
De volgende dag gingen we naar Dieppe om lekker te lunchen met Fons bij Le Turbot en daarna reden we naar Granville waar we naar de oude stad klommen en schaaltjes bulots (aronskelken) aten met een glas bier.
Op zaterdag zijn we naar de Mont Saint Michel gegaan, wat tegen viel maar we zijn er nu geweest, en aten we oesters in Vivier-sur-Mer voordat we naar ons hotel in Cancale gingen waar we ons in de avond hebben getrakteerd op een grote schotel fruits de mer.

Voor foto’s kun je hier klikken

Geef een reactie