Café Marly

Wervelwind

Er zijn stille weekeinden en drukkere dagen. Dit was een druk en vochtig maar leuke periode.
Het begon al op vrijdag toen we langs gingen bij Meelan, een collega van Maartje die in Boulogne-Billancourt woont. Maartje’s opvolger bij country studies en zijn bruid van vijf weken, plus een oude Ierse collega, waren er ook en we zijn gaan eten in haar straat bij de Bistrot de Laurent. Dat was aardig en ik heb later lang met de chef gesproken over zijn risotto (met asperges die je niet proefde en veel olijfolie en bieslook) en de wel geslaagde tonijn moot, tartaar en eendenborst.
Daarna nog even PC programma reparateur gespeeld bij Meelan in ruil voor een glas Calvados en toen naar huis.
Onze vriend Fons stond met zijn camper, en die van zijn halfbroer, in Courneuve bij het Feest van Humanité, het communistische dagblad.
Zaterdag troffen we elkaar bij Opéra en zijn gaan rondlopen. We hebben geluncht bij de Roi du Pot au Feu, leuk, zijn bij Madeleine bij de delicatessen winkeltjes gaan snuffelen, zagen mode foto’s gemaakt worden bij de Comédie Française en we hebben na een bezoek aan een bosbeheer tentoonstelling op het plein voor het Louvre in Café Marly wat gedronken en tarama en ham gegeten. Maartje maakte foto’s van de bordjes terwijl een ober aan het opruimen was. Hij vroeg of ze er een naar huis wilde nemen en gaf haar een schoon bordje in een tissue opgeborgen mee.
Daarna door de stromende regen naar de Notre Dame waar aan de quai Montobello een tijdelijke markt was van zuidwest Frankrijk. Daar kregen we cocktails met Floc de Gascogne, we kochten voor een tientje een berg slakken met knoflook, peterselie en brood en ik heb er saffraan gekocht.
Daarna gingen we naar het 15de arrondissement waar kennissen een nieuw restaurant zijn begonnen, Besamé Mucho, nadat de huur van hun Casa Palenque bij Montparnasse te veel werd voor de omzet.
Er was muziek, er waren cocktails, mojito’s en we hadden taco’s kunnen kopen maar we hadden geen honger. Met een taxi terug naar Opéra, Fons met de metrolijn 7 naar zijn camper en wij met de RER A naar Saint-Germain.
Het weekeind waren nationale monumenten dagen en allerlei gebouwen konden worden bezocht en bezichtigd, ook in ons stadje. Jimmy en Anita belde al vroeg met plannen en we begonnen de dag op de markt, zoals gebruikelijk, en met hun gingen we naar een gebouw met een Donjon (toren) beneden de heuvel van ons huis, maar dat was dicht gedurende de lunch.
Bij onze Amerikaanse vrienden hebben we toen een BBQ gemaakt en daarna, het liep toen al tegen vijven, gingen we terug naar dat huis. Dat bleek niet zo oud als het leek, het was gebouwd in de negentiende eeuw door een mijnheer Charvet die er een mengeling van stijlen toepaste. Later werd het een kuuroord, en onderdak voor adellijke Russische vluchtelingen na de revolutie, en een weeshuis van de spoorwegen. Swiss Live wilde het afbreken om op het grote terrein woningen te bouwen maar dat is na verzet van de bevolking afgeketst. De oorspronkelijke gebouwen zijn nu luxe appartementen met een grote tuin en naar beneden, waar het kuuroord, theater en zwembad waren, staat nu wel een woningcomplex. Het was leuk en interessant. Omdat het avondeten een beetje in het water was gevallen vanwege de BBQ (het was toen wel droog…) hebben we wat bij de Indiër dichtbij, Mantra, gehaald. Dat was aardig maar niet zo goed als bij Gandi Saint Pierre, maar we hadden even geen zin om in een restaurant te eten terwijl Gandi op het Saint Pierre plein naast de Engelse pub, verder weg is en we geen microwave hebben voor het eventueel opwarmen.

 

 

 

Geef een reactie