Een dromige naam voor een oud stadje. De Franse naam voor slagroom komt hier vandaan, waarschijnlijk omdat het hier gegeten werd in de fraaie gebouwen. De prinsen van Condé, de Aga Khan, de bezoekers van de paarden renbaan. Ze konden er wat van.
Paarden speelden lang een rol en er staan nog grote stallen en er is een paard museum.
We gingen er heen omdat het mooi weer was en omdat er een televisieprogramma was geweest met fraaie dingen uit het museum van de Condé’s.
We reden over de snelweg en toen over Orry La Ville – waar het Nederlandse oorlog ereveld is – door de landen en bossen naar Chantilly. Eerste stop een parkeerplaats waar ze vier euro per uur wilden hebben, dan maar doorrijden. Uiteindelijk het stadje door en weer terug en toen hebben we de auto voor de renbaan geparkeerd en hebben we de rest gelopen.
Het was mooi weer en het kasteel lag er fraai bij, maar ook daar was het entreegeld best wel hoog voor een korte visite.
We gingen het dorp in en dronken wat bij cafe L’Etrier. Onderwijl reden er oldtimers langs, vooral cabrio’s, en ook een aantal nieuwe Porsche’s.
Veel geld dus, en een duur hotel. We gingen terug naar de renbaan om in het gras wat te eten en daarna met de auto naar de abdij van Royaumont. Ook mooi in het zonnig weer. Ook best duur, tenzij je een goed omlijnd plan hebt om er iets te bezichtigen.
Dan maar langzaam terug naar Saint-Germain-en-Laye waar het ook mooi is maar wel wat levendiger.