Yeah!

De tien kilometer van Parijs

Ik heb wel eerder periode’s gehad dat ik wat aan hardrennen deed. Zoals in het bos van de Gentiaan voordat ik naar Amsterdam vertrok naar de universiteit waar ik het kroeglopen leerde.

In Londen in Richmond Park, in Parijs bij de Buttes Chaumont, in Zurich langs het meer, ik deed het wel eens maar het kon me niet echt boeien. Ook het race fietsen was aan vlagen onderhavig.
Maar het is nu als zo’n vier jaar dat ik regelmatig naar de Zweedse gym ga, Friskis et Svettis, en de laatste tijd wel drie keer per week.
Toen we pas in Saint-Germain-en-Laye woonden wilde ik weleens naar het park lopen om te rennen, maar meestal was ik al doodop voordat ik bij de poort van het park aangekomen was.

Het enthousiasme van mijn marathon rennende broer Edwin was aanstekend en ik nam het lopen weer op. Tot mijn verbazing kwam ik verder dan het begin van het park. Toen kwam het lange terras langs de rand van het park, een recht stuk van bijna twee km. Eerst half, dan helemaal, dan heen en weer, toen wat bos er bij en zo verder.

Na wat weken had ik een metertje op mijn Ipod dat me in Mei vertelde dat ik 13,5 km had gelopen (gedurende twee uur). Toen moest ik nieuwe schoenen die beter waren. Daarna kwam een GPS horloge voor nauwkeurigere metingen (waarmee ik die 13,5 km nog niet heb kunnen overtreffen) en een draagriem met kleine flesjes vocht. Ik liep gauw één tot twee keer per week, bovenop de gym. Nu heb ik ook wel tijd op het moment.

Toen kwam er een aankondiging van een 10km race in Parijs en ik schreef me in. Ik had een doel. Ik ging eerst proberen om die afstand te halen, en liep een aantal keren 12 tot 12,5 km zonder neer te vallen. Daarna probeerde ik de snelheid op te voeren want bijna iedereen liep me voorbij in het park, van de rokende beneden buurvrouw tot grijzende bejaarden. Dan heb ik het nog niet over de jeugd en gespierde zwarte mannen die als een speer voorbij kwamen.

Via Nike waren er trainingssessies waar je voor kon kwalificeren als je kon bewijzen een bepaalde afstand gelopen te hebben.
De avond dat ik meedeed bij de Nike winkel bij Bastille moest ik zes km hebben gerend en we gingen diezelfde afstand doen. Maar de start was voor mij veel te snel, en we liepen gewoon over de stoep door de drukte, dus ik hield na slechts twee km op. De hartslagmeter gaf ook aan dat ik te snel liep voor mijn doen.

Om beter te kunnen lopen had in me ingeschreven bij Challenge Coach voor een sessie persoonlijke begeleiding. Het duurde lang voor ik een antwoord kreeg. Toen werd ik gebeld door Nicolas, die zou regelen dat ik werd gebeld door Régis, maar die viel ook af en toen kwam Bula.
We maakten een afspraak voor een donderdag om te rennen in een atletiek stadion. Echter, op de ochtend van de afspraak SMSt hij af want z’n zoontje was ziek van school terug gekomen. Een week later dan…op de donderdag voor de race.
Ik kon eerst het stadion niet vinden, toen bleek het dicht. Bula kwam op een kleine step. Hij is een enorme zwarte man, type discotheek uitsmijter. Maar dan aardig. Gedurende een uur heeft hij me allerlei oefeningen laten doen in een klein stadsplantsoen naast het stadion en de renbeweging in stukken gedeeld en doorgesproken.
Ik heb betaald, hij zou me een trainingsschema mailen en me opbellen voor en na de race. Ik heb nooit meer van hem gehoord.

Die vrijdag ben ik niet naar gym gegaan maar heb ik wel mijn startnummer opgehaald en op zaterdag hebben we wat in de stad rondgelopen en licht gegeten.
Vroeg op zondag zat ik aan brood met ham en stroop, ik had bananen en een fles water in een tas en Maartje ging mee naar de start.
Daar kon ik me omkleden en wachten met duizenden mensen totdat de kinderen en de VIP renners waren gestart (en de kinderen al weer terug waren). Ik stond in het hok voor de mensen die er dachten meer dan een uur over te doen. Tijdens de laatste training op dinsdag, nog zonder loopadvies, had ik 93 minuten nodig en ik had 90 minuten als doel gezet.
Het startschot ging en een zee van zes duizend mensen met witte T-shirtjes kwam op gang.

Het was een mooi moment, we liepen richting de Opéra en ik had tranen van emotie in mijn ogen.
Die werden gauw vervangen door zweetdruppels. De eerste km ging wat stroef en het was druk maar toen ik in de rue Rivoli was werd het al minder druk omdat ik niet een van de snelste was. Volgens mijn horloge liep ik sneller dan gewoon, dus ik besloot ietsje rustiger te lopen om de afstand te kunnen halen.
Elke twee km was er een tijdscontrole waar de chip op mijn schoen een piepgeluid veroorzaakte als ik over de sensors liep. Er waren steeds minder mensen om mij heen en toeschouwers aan de kant begonnen mijn naam te roepen “Allez Marcel!” omdat ik een sticker met mijn naam op het shirt had.
Om mij heen vielen mensen af, of namen een illegale short cut. Na de Porte Saint Denis was er een stijging in de rue d’Aboukir maar ik kon het makkelijk aan, in de rue Réamur was er een stand met bekertjes water en rozijnen, lekker. Een dame liep al een tijd op mijn hoogte maar die viel opeens weg.
Toen zag ik in de verte door een zijstraat dat het peloton al bijna terug was. Ik moest nog langs de Beurs door de rue St Marc, dan rue Vivienne, dan rue des Petits Champs en weer naar de Opéra, door de rue de la Paix waar ik moest versnellen om een fotoradar te activeren.

Op place Vendôme kwam een jonge meid naar me toe rennen van Nike, met een megafoon. “Herkent u mij nog? We hebben samen getraind!” En inderdaad, zij was een leidster bij de Bastille training met de Run75Crew.
Na de sprint even terug houden, toen links af de avenue d’Opéra in en het laatste stuk naar de finish. Rechts stond een groep mensen, ook van Nike, die een erehaag voor me maakten en mijn naam scandeerden. Nog een paar meter naar de finish, ik doe een halfhartige poging er nog een sprint uit te trekken en toen kwam de piep van de laatste controle.
De klok stond op 1:23, later bleek mijn tijd 1:21:06 dus 81 minuten, ver onder de 90. Er waren niet veel mensen achter me.

Maartje stond bij de finish met haar camera en mijn spullen, daarna kreeg ik een medaille en toen was het voorbij. Nog wat fruit en koekjes, handdoek, broek aan, sweater aan, terug naar huis. De vuilnismannen waren aan het opruimen, het verkeer kwam weer op gang.
Beetje vreemd, beetje moe in de trein, lekkere warme douche thuis en daarna een lunch bij l’Industrie nadat we op de markt werden aangesproken door een visboer die van z’n kreeft af wilde en een mooie prijs maakte. Terug in het normale, beetje gek.

Later bleek dat ik als de 5,659ste over de finish ging  en dat de winnaar minder dan de helft van mijn tijd nodig had, maar die was dan ook Frans kampioen op de 5 km. Ik had dus 361 mensen achter me, waarvan wellicht 300 mensen niet tot de finish kwamen. Ik wel.

Maandag en dinsdag rust en op woensdag ging ik weer naar de gym. Binnenkort maar weer rennen, ondanks de regen.

Geef een reactie