Maartje had vrijdag toepasselijk vrij om nog een beetje compensatie te krijgen voor de weekeinden die ze aan de OECD Economic Outlook heeft gewerkt en we zijn naar de Salon Saveurs des Plaisirs Gourmands gegaan in het Espace Champeret aan de périphérique in het 17de. We hadden verscheidene uitnodigingen voor dit evenement waar je eigenlijk voor betalen moet (maar wie doet dat, alleen diegenen die niemand kennen van de aanwezige producenten).
Het was druk, vooral de grijze golf want de werkenden werkten. Een drietal enorme hallen vol met kraampjes die elk hun specialiteit aanprezen. Uiteraard was er concurrentie. We hebben hier en daar wat geproefd en lamsvlees bij Allaiton gekocht (één van ‘onze’ adresjes) als wel slakken uit de Jura en wat chorizo en Bayonne ham bij een Bask. Maar de Baskische pepertjes, vis conserven, honing, koekjes, saffraan (Oct8bre was er maar we hebben nog saffraan van haar), worsten, nog meer worsten en foie gras in alle soorten en smaken, hebben we laten liggen.
We zijn te voet naar Etoile gelopen voor de terugweg.
Op zaterdag zouden we eigenlijk kerstliederen gaan zingen bij de familie Jolly. Claire is een collega van Maartje maar nog meer van Anita en verleden jaar waren we daar met Anita en Jimmy. Maar Jimmy moest die avond optreden in een feesttent in de buurt van Chambourcy. Eerst zouden ze eerder weg gaan van het zingen en toen belden ze af. Het gevolg was dat het hele zingen niet doorging dus wij waren ook een deel van het programma kwijt. Dat hebben we gedeeltelijk opgelost met een Aziatische soep in het dorp (aardig maar niet goed) en het kopen van een soort suikerbrood bij een bakker die we nog niet kenden.
Die avond gingen we ook naar de feesttent, wel zoeken in het donker en op het platteland maar met een goede beschrijving en een GPS kwamen we er.
Er waren een veertigtal mensen, er was eten maar dat werd nogal laat geserveerd dus we hadden ons al vol gegeten met stukjes pizza en worst in bladerdeeg (=slecht voor het dieet) voordat de koude zalm met pasta, daarna koude kip en een soort varkensrollade en daarna warme runderrollade (rosbif), en weer daarna kaas en een dessert. Daarbij was er heel veel champagne en wijn maar vanwege de auto heb ik geloof ik wel drie flessen water gedronken. We hebben leuke mensen ontmoet en reden tegen middernacht weer naar huis, met een ingepikte fles rosé om thuis te drinken.
De zondag stond in het teken van een wandeling met de Nederlandse Vereniging. Onder leiding van een gids waar we wel vaker mee lopen, Jan-Anne de Wilde (Jean André in het Franse verkeer). Dit keer via de resten van de stadsmuur die door Philippe Auguste werd opgericht ter bescherming tegen de Engelsen (die Normandië hadden). De Plantagenets waren toen aan de macht in Engeland (maar de familie kwam uit Anjou en France) en de Capets in Frankrijk. Philippe Auguste gaf opdracht de muur te bouwen, en dat gebeurde tussen 1190 en 1215, voordat hij zelf op kruistocht ging.
Op sommige plekken kun je nog resten van de muur zien of op zijn minst het tracé in de straten en kavels, of op zijn minst in de richting van de schoorstenen bovenop gereconstrueerde panden. Zo is er een tuintje achter de oude muur, en nu achter het Joods Museum in Parijs dat het Hotel de Saint Aignan was, waar een stekje van “de kastanjeboom van Anne Frank” al een aardige boom is. Het bordje is weggehaald omdat er teveel anti Semitische graffiti op kwam.Eerder zagen we graffiti uit de periode van Napoleon III in de kerk van Saint Paul en Saint Louis “De republiek of de dood” dat na een paar honderd jaar van schoonmaken nog steeds te zien is. Naar verluidt zijn er op de tribunes boven, waar de leerlingen van de Jezuïetenschool (nu het vooraanstaande Lycée Charlemagne) al hun namen en liefdes kerfden, nog meer graffiti..
We maakten ook een interessante stop in de toren van Jan zonder Vrees, hertog van Bourgogne, die op de fundamenten van de muur was gebouwd. Die Jan is weer van een latere periode. De zoon van Filips de Stoute verwon de naam “zonder vrees” door zijn roekeloze opstelling in de strijd met de Ottomanen toen de kruisvaarders bij Nicopolis werden verslagen door sultan Bayezid I.
Omdat koning Karel VI vlagen van waanzin had, was er een koninklijke raad die dan regeerde. Jan’s vader was de sterke man in die raad maar Jan zelf delfde het onderspit tegen Louis van Orleans en er ging meer geld naar de Orleans dan naar de Bourgognes. In 1407 wordt Louis vermoord door een aantal huurmoordenaars in een sluipingang van de muur van Philippe Auguste. Daardoor breekt er een “clan oorlog” uit tussen de Bourguignon en de Armagnacs. In 1419 wordt Jan op zijn beurt vermoord door handlangers van de Armagnacs terwijl hij op een brug over de Yonne naar een vredesbespreking ging met de “dauphin”, de kroonopvolger.
Overigens is de directrice van de Toren van Jan zonder Vrees een hele interessante en dynamische dame die veel van haar vak en de geschiedenis weet. Een later bezoek waard, wellicht met mijn broer Edwin (van Henegouwen, Beieren en Bourgondië, alias de Langloper van Lampengat)
Na de wandeling nog even nababbelen in een café bij de Hallen, toen naar ons stadje waar we crêpes aten in de Phare de Saint Louis, maar dat is weer een andere historische periode en, in dit geval, een samenraapsel. Er zijn pannenkoekenzaken met dezelfde naam in Versailles en Montigny-les Bretonneux (vanwaar de Bretonse link?), er is een Port Saint Louis in Bretagne en een vuurtoren Saint Louis in Sète, maar een vuurtoren van Saint Louis in Bretagne….
Enfin, de crêpes waren aardig, alleen het personeel droeg kerstmutsen…