Op het moment zijn onze gedachten bij het schuren, schuren en nog meer schuren. Gevolgd door het aanbrengen van grondverflaag, na grondverflaag. Gevolgd door, jawel, de definitieve verflaag. In drie- of viervoud.
Daarnaast bestaat Marcel’s dagtaak uit het werken voor zijn grootste klant Blue Heron in New York. ’s-Avonds koken, heel lekker koken, maar dat is welbekend.
We wonen in een hele mooie en interessante streek. Een streek die we globaal kennen. Maar wat we nog niet bezocht hebben, zijn historisch, gezien, opgravingen, romaanse kerken, of siertuinen.
Foix, met zijn imposante kasteel en Mirepoix, kennen we nu op ons duimpje.
We hebben daarom besloten om in de weekenden, de omgeving te ontdekken. Geen werken aan het bureau of aan de luiken. Het onkruid wieden is natuurlijk iets anders. Maar dat kan in deze hitte toch alleen maar ’s-ochtends vroeg of ’s-avonds na zeven uur.
Dus de daad bij het woord gevoegd, trokken we er afgelopen zaterdag (10 juni) op uit om een ‘Merovingisch altaar’ te zoeken.
Marcel had op Googlemaps gelezen dat we er in de buurt van Gaja-et-Villedieu, een konden vinden. Spannend. We rijden naar Gaja-et-Villedieu. Dat was de eenvoudige stap. Aangekomen in het mooie dorpje vertelde de GPS ons dat we op de plaats van bestemming waren aangekomen.
Maar waar dan? We zagen veel wijngaarden, dit is het gebied van de bekende Limoux bruisende wijn. Maar een altaar? Hooo maar. Omdat we toch in de buurt van Limoux waren besloten we bij de E.Leclerc boodschappen te doen en te tanken.
Marcel had inmiddels een meer precieze routebeschrijving gevonden.
Dus terug naar Gaja-et-Villedieu. De GPS gaf ons meer gedetailleerde instructies. En weer stonden we tussen de wijngaarden.
Maar deze keer bij de oprijlaan naar boerenwoningen en een erf. Ik stapte uit en werd begroet door een luid blaffende hond. Ik liep de oprijlaan verder op maar zag alleen maar een paar boerenwoningen. Er hing een landelijke stilte. Het was tenslotte lunchtijd! Marcel had inmiddels de auto geparkeerd en kwam naar mij toe. ‘En’? vroeg hij. Nou ik weet het niet. Kom en ga zelf ook eens kijken. Samen liepen we wederom de oprijlaan op en ja, we werden begroet door, dit keer, twee honden. Intussen ging een van de deuren open en een oudere dame vroeg wat we zochten. Wij weer uitleggen dat er hier een altaar zou liggen. Nou daar weet ik niets van, was het antwoord. Een paar minuten later ging er een andere deur open, een jongere man, waarschijnlijk haar zoon, kwam naar buiten. We zoeken een altaar en volgens Googlemaps zou deze in de bosjes aan de zijkant van uw woning liggen.
De man kijkt ons aan of we ons wel helemaal lekker voelen. Daar weet ik niets van – maar ik wil jullie met alle plezier rondleiden naar de plek. Waar we ook keken, geen altaar. Veel wijngaarden, want ja deze meneer is een wijnboer.
We hebben de familie hartelijk bedankt en hun een goede voortzetting van de maaltijd gewenst.
We zijn teruggelopen naar de auto vergezeld van de twee honden.
Wij zijn teruggereden door het ruige landschap. Terug naar ons dorpje en hebben onder het genot van een koele witte nog lang nagepraat over de dag.
Maartje